Saté komt oorspronkelijk uit Indonesië en is sindsdien verspreid over Zuidoost-Azië, met variaties die populair zijn in landen zoals Maleisië, Singapore, Thailand, en de Filipijnen. De exacte oorsprong van saté is onduidelijk, maar het is sterk verbonden met Java, Indonesië. Het gerecht ontstond waarschijnlijk in de 19e eeuw, geïnspireerd door het Arabische en Indische gebruik van gekruid vlees, beïnvloed door de handel met deze regio’s. Saté verspreidde zich door de Indonesische archipel en daarbuiten via handelsroutes en migratie. Indonesische en Maleisische immigranten introduceerden het gerecht in Nederland tijdens het koloniale tijdperk, waardoor het ook daar populair werd. Om deze saté extra lekker te maken gebruikte ik stukken kophaas. Kophaas is een mals stukje rundvlees, gesneden van de schouder van het dier, net achter de kop. Het is een relatief klein, maar zeer smakelijk en mals stuk vlees, dat bijzonder geschikt is voor korte bereidingen zoals bakken en grillen. Door de kophaas een aantal uren te marineren en dan kort te grillen krijg je heerlijk smaakvolle en sappige saté.
Dit gerecht is voor 4 personen. Het heeft een voorbereidingstijd van 3,5 uur en een bereidingstijd van 40 minuten.
Gang Hoofdgerecht
Keuken indonesisch
Trefwoord Varken
Voorbereidingstijd 3 uuruur30 minutenminuten
Bereidingstijd 39 minutenminuten
Servings 4
Calories 1000kcal
Equipment
4 spiesen
Kernthermometer
Skillet of pannetje
Keukenpapier
Ingrediënten
Marinade
6cmgeraspte gember
2sjalotjes geraspt
3tenenknoflook geperst
120mlketjap manis
55mlsojasaus
1rood pepertje fijngesneden
½tlgedroogde komijn
Pindasaus
2elzonnebloemolie
1sjalot gesnipperd
2tenenknoflook geperst
½tlpaprikapoeder
1rood pepertje
250mlkokosmelk
3cmgeraspte gember
100mlketjap manis
4elpindakaas
1elgebroken pinda’s
Sap en zest van 1 limoen
Overig
Beetje lente-ui ter garnering
Instructies
Haal het vlees uit de koeling en verpakking. Dep goed af met keukenpapier en snijd eventueel overtollig vet weg. Snijd gelijkmatige blokken van ongeveer 3x3cm.
Maak de marinade door de ingrediënten onder het kopje marinade bij elkaar te doen en goed te door elkaar te roeren. Doe de marinade in een ziplock zakje, voeg het vlees toe, laat zoveel mogelijk lucht uit het zakje en verspreid de marinade goed. Leg het zakje je nu 3 uur in de koeling.
Na 2,5u: Maak de barbecue aan met een setup voor directe hitte op 175 graden Celsius en verwarm de skillet voor.
Bak de sjalot en knoflook in wat zonnebloemolie aan. Voeg de rest van de ingrediënten toe, roer goed door en laat 10 minuten pruttelen. Houd de saus warm totdat het vlees klaar is.
Haal het vlees uit de koeling, haal de marinade er voor het grootste deel af, rijg het vlees aan spiesen. Grill de spiesen boven direct vuur. Draai af en toe om.
Dien de spiesen op met de satésaus. Ik maakte er nog nasi bij en serveerde het geheel met atjar tjampoer en kroepoek.